Description
Robin te Slaa
Complottheorieën met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog zijn dikwijls hardnekkig. Het ontbreken van overtuigend bewijs is voor sommigen het ultieme bewijs. Anders was ‘het’ geen samenzwering. De Velser-affaire vormt daarop geen uitzondering. Aanvankelijk had deze geschiedenis betrekking op het troebele oorlogsverleden van de Haarlemse adjunct-officier van justitie N. Sikkel en enige hem toegewijde politiefunctionarissen. De notoire bullebak Sikkel was zwager van minister-president in ballingschap P.S. Gerbrandy en behoorde tot de conservatief-orangistische verzetsorganisatie Ordedienst. Tot ongenoegen van veel verzetsleiders werd hij in september 1944 benoemd tot gewestelijk commandant van de ondergrondse Binnenlandse Strijdkrachten. Het verzetswerk van Sikkel en zijn vertrouwelingen was omstreden. Sommigen van hen waren eerder betrokken bij arrestaties van Joden en communisten. Ook zouden ze zich schuldig hebben gemaakt aan zelfverrijking, twijfelachtige liquidatieopdrachten, het nodeloos in gevaar brengen en zelfs het verraden van communistische verzetsmensen, onder wie Hannie Schaft.
Uitgerekend dit gezelschap hield zich na de oorlog bezig met de vervolging van collaborateurs. Als procureur-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam verwierf Sikkel de omineuze bijnaam ‘grootinquisiteur’. Tegelijkertijd misbruikten hij en zijn politionele handlangers hun posities om elkaar te dekken. Reeds in 1946 berichtte de pers over een ‘Velser-affaire’ en duistere doofpotpraktijken. Deze lokale oorlogsgeschiedenis groeide uit tot een nationaal schandaal.
Een door de minister van Justitie ingestelde onderzoekscommissie oordeelde in 1951 hard over Sikkels medewerkers. Het eindrapport bleef geheim; alle beklaagden ontliepen een veroordeling door juridische miskleunen en een weinig doortastend optreden van het OM. Dit versterkte de vermoedens van machtige beschermheren. Geruchten daarover cumuleerden in een huiveringwekkende complottheorie: Sikkel had van premier Gerbrandy opdracht gekregen het communistische verzet uit te schakelen en sloot daartoe een moorddadig pact met de bezetter. Die samenzweringstheorie kende eind jaren zeventig een overtreffende trap, toen de Velser-affaire in verband werd gebracht met zakenman en oorlogsmisdadiger Pieter Menten. De commissie-Schöffer en onderzoeksjournalist Hans Knoop weerspraken de samenzwering. Anderen volhardden in het tegendeel.
Een onderzoek van Bas von Benda-Beckmann geeft nu definitief uitsluitsel. Deze historicus beperkte zich niet tot de lokale bezettingsgeschiedenis en de langdurige nasleep ervan, maar verdiepte zich ook in de vooroorlogse politieke en sociale verhoudingen in Velsen, het plaatselijke politiekorps en de regenteske burgemeester Kwint. Op nationaal niveau onderzocht hij de gecompliceerde verhoudingen binnen de illegaliteit en de angst bij veel verzetslieden voor communistische couppogingen. Al deze elementen – vaak onderbelicht – speelden mee in de ‘Velser-affaire.’
Von Benda-Beckmann concludeert dat niets wijst op een vanuit regeringskringen geregisseerd anti-communistisch complot of een gevoerde doofpotpolitiek van overheidsinstanties. Wel maakt zijn voorbeeldige historische reconstructie begrijpelijk waarom deze verdenkingen rezen. Sikkel en zijn getrouwen waren verantwoordelijk voor dubieuze arrestaties en liquidatieopdrachten. Door onderzoek hiernaar te frustreren en intimidatie van mogelijke getuigen probeerden zij dit te verdoezelen. Ontdaan van alle verdichtsels is dit de Velser-affaire.
Copyright NRC Handelsblad BV
Period | 21 Feb 2014 |
---|
Media coverage
Media coverage
Title Vergeet die complotten en doofpotpolitiek Media name/outlet NRC Handelsblad Duration/Length/Size Boekenpagina Date 21/02/2014 URL www.nrclux.nl/de-velser-affaire-bas-von-benda-beckmann/nl/product/1133134/ Persons Bas Von Benda-Beckmann