Voor onderzoekers is het lastig vast te stellen wat er precies gebeurt bij de verhuizingen van en naar een krimpregio. De aantallen zijn het probleem niet, want ieder jaar houden gemeenten keurig bij hoeveel inwoners ze hebben. Het Centraal Bureau voor de Statistiek weet bovendien te vertellen hoeveel mensen er tussen twee specifieke gemeenten zijn verhuisd in de afgelopen jaren. Maar om vast te stellen wat elk type verhuizer precies doet, daarvoor ontbreken nu nog de cijfers. Terwijl een goed inzicht in juist die gegevens kan helpen om als krimpregio de juiste keuzes te maken.
Onderzoeker Marijn Molema van de Fryske Akademy - die specifiek de economische ontwikkeling van Noordoost-Fryslân bestudeert - beaamt dat. ,,De migratiecijfers zelf, en de opbouw van de bevolking, dat hebben we wel in kaart. Maar het zou interessant zijn om te weten welke doelgroep naar welke regio vertrekt."
Het inkomen, de leeftijd, de opleiding, de gezinssamenstelling, dat blijft nu allemaal nog buiten beeld. ,,Als je dat over de afgelopen tien jaar kunt achterhalen, dan kun je ook nagaan in hoeverre het is gelukt om mensen van buiten de regio ernaartoe te halen. En of het dus zin heeft de woningvoorraad op te kalefateren bijvoorbeeld."
Interessant is het ook om te weten of het nu echt zo is dat jongeren uit Noordoost-Fryslân de provincie helemaal verlaten, of dat ze zich vooral in Drachten en Leeuwarden vestigen. ,,Dat ze als het ware bij de buren gaan wonen. Wanneer spreek je dan nog van braindrain?"
Meer hierover in de papieren krant van 10 juli 2015