LEEUWARDEN Hoe staat de economie
in Noordoost-Friesland ervoor
en wat hebben provinciale en lokale
politici de afgelopen veertig jaar
gedaan om die te stimuleren?
industriekern. Maar door de de-industrialisatie
in de jaren zeventig
werkte die strategie niet meer, onder
meer door toenemende concurrentie
vanuit Europa. Sindsdien is het
‘eigen-kracht-denken’ ontstaan.’’
Bestuurders trokken de conclusie
dat de economische ontwikkeling
‘van onderop’ moest komen: kijken
naar de eigen onderscheidende potenties
endaarop inzetten. In Noordoost-
Friesland gelden toerisme en
landbouwals voorbeelden van zulke
sectoren. ,,Wij gaan bijvoorbeeld kijken
of het toerisme ook werkelijk
een kracht is. Zit daar echt die economische
ontwikkeling in? Hoe heeft
die zich sinds 1975 ontwikkeld?’’
Het onderzoeksduo wil niet alleen
studeren op cijfers en bestuurlijke
archiefstukken, maar ook in gesprek
met politici en ondernemers uit het
gebied. Hun visie op de regionale
economie draagt bij aan de ‘economische
vitaliteitsscan’ die Molema
en Hoogeboom vanaf 2016 vier jaar
achter elkaar willen maken. ,,Als zij
zeggen ‘daar moet je naar kijken’,
dan nemen we dat ook mee.’’
Molema promoveerde op de ontwikkeling
van de economisch kwetsbare
regio’s Noord-Nederland en
Noordwest-Duitsland. Uit zijn onderzoekkwamnaar
vorendat het ‘eigen-
kracht-denken’ de gebieden niet
vooruit had geholpen. Sterker nog,
het adagium dat de regio ‘het zelf
moest doen’ leidde ertoe dat politici
minder aandacht schonken aan de
economie van plattelandsregio’s.
Daardoor gingen de gebieden juist
verder achteruit.
In Noordoost-Friesland is sinds de
jaren tachtig veel gedaan aan samenwerking
en stimulering, zegt
Molema. Maar de economie bevindt
zich in een krimp. ,,In vier van de zes
Noordoost-Friese gemeenten is het
aantal banen de afgelopen vijf jaar
met ruim 5 procent gedaald.’’ Daarom
is het tijd voor een onderzoek
naar de effecten van het beleid.