Projectdetails
Beschrijving
Door de grotere weersextremen worden de hoogwaterstanden in de Nederlandse rivieren steeds groter. De doorstroming van het rivierwater naar zee kan belemmerd worden door een teveel aan struiken en bomen in de uiterwaarden en daarmee een risico voor de veiligheid vormen. Rijkswaterstaat onderzoekt in het kader van het project Stroomlijn hoe en waar de begroeiing moet worden aangepast om de veiligheid te kunnen garanderen. Hiervoor gaat Rijkswaterstaat “Service Level Agreements” afsluiten met de beheerders voor het onderhoud van de uiterwaarden. Een belangrijke vraag is hoe de beheerder zo effectief en efficiënt mogelijk aan de voorwaarden van deze overeenkomst kan voldoen en tegelijkertijd de natuurwaarden van het rivierengebied kan behouden.
Een actuele vraag van de beheerders in het rivierengebied is in hoeverre begrazing bij kan dragen aan een duurzame lage ruwheid voor de belangrijkste stroombanen in de uiterwaarden. Hierop aansluitend is de vraag hoe buiten de stroombanen een landschap kan ontstaan waarin plaats is voor alle structuurcategorieën; een mozaïek van kale grond, korte vegetatie, ruigte, struweel en bos levert een hoge biodiversiteit op.
Vanuit beleidsoogpunt heeft de veiligheid prioriteit in het rivierengebied, zoals tot uiting komt in het project Stroomlijn en het Deltaprogramma Rivieren. Het rivierengebied herbergt ook belangrijke natuurwaarden. Een groot deel van het rivierengebied is aangewezen als Natura 2000-gebied op basis van het voorkomen van habitattypen, zowel aquatische als terrestrische habitattypen, als van habitatsoorten en broedvogel- en niet-broedvogelsoorten (zie bijlage 1). Begrazing heeft een directe invloed op habitattypen, maar door veranderingen in vegetatiestructuur en groeistadium kunnen ook veel diersoorten indirect beïnvloed worden. Dit geldt niet alleen voor diersoorten waarvoor de desbetreffende Natura 2000-gebieden zijn aangewezen, maar ook voor andere dier- en plantensoorten.
De studie moet resulteren in concrete adviezen voor beheerders over het inzetten van begrazing en het uitvoeren van aanvullend beheer, om het behalen van zowel natuur- als veiligheidsdoelstellingen in rivieruiterwaarden te optimaliseren. Inzichtelijk gemaakt moet worden voor de beheerder van uiterwaarden welke knelpunten er zijn ten aanzien van begrazing in relatie tot natuurdoelen en veiligheidsdoelen.
Een actuele vraag van de beheerders in het rivierengebied is in hoeverre begrazing bij kan dragen aan een duurzame lage ruwheid voor de belangrijkste stroombanen in de uiterwaarden. Hierop aansluitend is de vraag hoe buiten de stroombanen een landschap kan ontstaan waarin plaats is voor alle structuurcategorieën; een mozaïek van kale grond, korte vegetatie, ruigte, struweel en bos levert een hoge biodiversiteit op.
Vanuit beleidsoogpunt heeft de veiligheid prioriteit in het rivierengebied, zoals tot uiting komt in het project Stroomlijn en het Deltaprogramma Rivieren. Het rivierengebied herbergt ook belangrijke natuurwaarden. Een groot deel van het rivierengebied is aangewezen als Natura 2000-gebied op basis van het voorkomen van habitattypen, zowel aquatische als terrestrische habitattypen, als van habitatsoorten en broedvogel- en niet-broedvogelsoorten (zie bijlage 1). Begrazing heeft een directe invloed op habitattypen, maar door veranderingen in vegetatiestructuur en groeistadium kunnen ook veel diersoorten indirect beïnvloed worden. Dit geldt niet alleen voor diersoorten waarvoor de desbetreffende Natura 2000-gebieden zijn aangewezen, maar ook voor andere dier- en plantensoorten.
De studie moet resulteren in concrete adviezen voor beheerders over het inzetten van begrazing en het uitvoeren van aanvullend beheer, om het behalen van zowel natuur- als veiligheidsdoelstellingen in rivieruiterwaarden te optimaliseren. Inzichtelijk gemaakt moet worden voor de beheerder van uiterwaarden welke knelpunten er zijn ten aanzien van begrazing in relatie tot natuurdoelen en veiligheidsdoelen.
Korte titel | OBN 2013-52-RI |
---|---|
Acroniem | Rivier |
Status | Geëindigd |
Effectieve start/einddatum | 01/03/2014 → 28/02/2017 |