Samenvatting
Vanuit macro-economisch perspectief is het inmiddels een onomstreden doelstelling:
ouderen zouden langer actief moeten blijven op de arbeidsmarkt. De realisatie van deze
doelstelling ligt echter niet primair in handen van de (rijks)overheid, maar op het bord
van individuele werkgevers. Weliswaar kan de overheid prikkels geven; negatieve om
oudere werknemers te ontmoedigen de arbeidsmarkt te verlaten en positieve om werkgevers te stimuleren ouderen langer in dienst te houden of opnieuw aan te nemen. Op dat gebied is de afgelopen jaren al heel wat gebeurd, met name op het punt van het afremmen van vervroegde uittreding. De vraag is of werkgevers eraan toe zijn het stokje van
de overheid over te nemen. Om daar zicht op te krijgen beantwoorden we in dit artikel
twee hoofdvragen: 1. Maken werkgevers zich zorgen over vergrijzing en – daaruit voortvloeiende – krapte op de arbeidsmarkt? 2. In welke mate is er sprake van leeftijdsbewust personeelsbeleid en hoe ziet dat er dan uit?
Gekoppeld aan deze twee hoofdvragen komen ook verschillende aanvullende vragen aan
de orde.
Originele taal-2 | Nederlands |
---|---|
Pagina's (van-tot) | 40-62 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor HRM |
Volume | 12 |
Nummer van het tijdschrift | 2 |
Status | Gepubliceerd - 2008 |