Pleisterplaatsen van geloggerde Kleine Zwanen

B.A. Nolet, A. Kölzsch, K.H. Oosterbeek, P.P. De Vries

Onderzoeksoutput: Bijdrage aan wetenschappelijk tijdschrift/periodieke uitgaveArtikelProfessioneel

3 Citaten (Scopus)
731 Downloads (Pure)

Samenvatting

Bepalen welke gebieden de belangrijkste pleisterplaatsen
van trekvogels zijn, gebeurt doorgaans
aan de hand van getelde aantallen. Nu we individuele
vogels met high-tech middelen op hun trek
kunnen volgen, kunnen we ook vanuit het perspectief
van de vogels kijken. Dit opent de mogelijkheid
om te bepalen welke plaatsen het meest
en/of het langst door gezenderde of geloggerde
vogels worden bezocht. Het voordeel van deze
methode is dat voor mensen slecht toegankelijke
plaatsen niet ondervertegenwoordigd raken in de
waarnemingen. Hier illustreren we deze methode
met gegevens van met GPS-loggers uitgeruste Kleine
Zwanen.
Originele taal-2Nederlands
Pagina's (van-tot)149-155
TijdschriftLimosa
Volume87
Nummer van het tijdschrift2
StatusGepubliceerd - 2014

Citeer dit