'Sodanige bedijckingen strecken tot profijte vant gemenebeste’: De politiek-maatschappelijke betekenis van zeventiende-eeuwse landwinningsprojecten in en nabij het Friese veengebied.

Onderzoeksoutput: Bijdrage aan wetenschappelijk tijdschrift/periodieke uitgaveArtikelWetenschappelijkpeer review

128 Downloads (Pure)

Samenvatting

Zolang mensen het Friese veenweidegebied bewonen, daalt de bodem hier onder hun voeten. Om het land droog te houden moet men het continu ontwateren, waardoor de bovenste veenlaag verdroogt, oxideert en inklinkt. Het huidige tempo waarin dit plaatsvindt is relatief snel, met schade aan de fundering van huizen, infrastructuur en riolering tot gevolg. Om de daling af te remmen besloten provincie, waterschap en gemeenten in 2021 tot een geleidelijke verhoging van het waterpeil. Deze maatregel raakt vooral de agrarische sector, aangezien intensieve melkveehouderij op een nattere bodem niet mogelijk is. In felle discussies twisten bewoners, boeren, politici en belangenorganisaties over de gevolgen. Dat is niet voor het eerst, want een blik op de geschiedenis leert dat mensen dit landschap door de eeuwen heen keer op keer veranderden. Het maakt ons nieuwsgierig naar de vraag hoe vorige generaties Friezen een balans vonden tussen botsende ambities en belangen. Tegen deze achtergrond richt dit artikel de lens op de creatie van polders en droogmakerijen in en nabij het veengebied in de eerste helft van de zeventiende eeuw. In fysiek opzicht veranderde er toen relatief weinig aan het landschap. Toch vertaalde de ambitie tot het creëren en verbeteren van de bodem zich in politieke besluitvorming. De discussie over een nieuwe landschapstransitie in onze eenentwintigste eeuw is gebaat bij het betrekken van inzichten uit deze vroege geschiedenis van de regio.
Originele taal-2Nederlands
Pagina's (van-tot)74-93
TijdschriftDe Vrije Fries
Volume103
StatusGepubliceerd - 15 dec. 2023

Keywords

  • Friesland, landschap, identiteit, Plinius de Oudere
  • Veenbodem
  • polders
  • droogmakerijen

Citeer dit