Samenvatting
In januari 1941, ruim een half jaar na de Duitse invasie, moest iedereen met Joodse grootouders zich aanmelden bij het lokale bevolkingsregister. Deze studie laat zien dat er ondanks het gebruik van de Nederlandse bevolkingsregistratie als controle middel bij de aanmelding een kleine groep Joden (2%, 2659 personen) in staat was om met een beroep op artikel 3 van de aanmeldingsverordening Vo 6/41 aan de deportaties te ontkomen en te overleven. In totaal zou 3% van de Joodse bevolking, vooral vanaf de start van de deportaties in juli 1942, bij de bezetter een herzieningsverzoek indienen. Er bestond twijfel over de Joodse afkomst, zo stelden de verzoekers. Duidelijk wordt hoe men door deze ontduiking van rassenvoorschriften aan de deportaties kon ontkomen. Samen met de ruim 1200 mensen die het niet hebben overleefd kozen de mensen ervoor om het heft in eigen handen te nemen. Naast de mensen zelf waren ook een groot aantal advocaten en notarissen en verschillende antropologen en particulieren bereid om hulp te verlenen bij de totstandkoming van een ‘frauduleus’ herzieningsverzoek. Dit proefschrift laat aan de hand van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse zien door welke factoren deze ‘arisering’ van de Joden heeft kunnen plaatsvinden en tot wanneer de mensen kans hadden op inwilliging van een herzieningsverzoek door de bezetter.
Originele taal-2 | Nederlands |
---|---|
Kwalificatie | Doctor (dr.) |
Toekennende instantie |
|
Begeleider(s)/adviseur |
|
Datum van toekenning | 03 apr. 2019 |
Status | Gepubliceerd - 03 apr. 2019 |
Extern gepubliceerd | Ja |